Hedera helix L.

Klimop:

Tegen eksterogen en insectensteken

Klimop vind je tegenwoordig haast in elke siertuin. Het is een plant die gemakkelijk groeit, ja zelfs woekert en langs draad omhoog wordt geleid, op muren klimt en als je niet tijdig ingrijpt het dak en de schoorsteen inpalmt. Het is een groenblijvende en erg sierlijke plant die tegenwoordig veel als afsluiting wordt gebruikt. Maar klimop heeft ook een geneeskrachtige kant zoals bij de meeste planten uit de natuur. Bij eksterogen, tegen insectenbeten en bij zenuwpijnen is klimop nog altijd een niet te versmaden hulpmiddel. Toch moet gewaarschuwd worden voor bessen, zeker als er kinderen in de buurt zijn. De bessen zijn GIFTIG !

Geschiedenis van de plant

Hedera helix is een bekende, kruipende of klimmende plant die zich door hechtwortels vastklemt aan bijvoorbeeld een boom, zonder daaraan voedsel te onttrekken.

Muren, boomstammen en rotsen kunnen worden bedekt met Hedera helix. De altijd groen blijvende plant kan wel 20 meter lang kan worden. In de oudheid en de Middeleeuwen werd klimop voor verschillende ziekten voorgeschreven, bijvoorbeeld tegen pest. De bladeren zouden de genezing van wonden bevorderen.

Klimop was in het Oude Egypte gewijd aan Osiris. De Oude Germanen wijdden de klimplant aan Thor, de god van de bliksem. In Europa werd klimop een symbool van trouw, verbondenheid en vaderlandsliefde. Klimop is regelmatig gebruikt in de kunst, o.a. bij het maken van wapenschilden en emblemen.

De Romein Plinius de Oudere uit de 1ste eeuw, beschreef klimop als medicinale plant. Hij maakte een onderscheid tussen inwendige en uitwendige gebruiksvormen. Wanneer je de plant inwendig gebruikte, door een afkooksel te drinken, dan had dat als gevaar dat de geest verstoord werd en de spieren verstarden. Het hielp wel tegen hoofdpijn, wormen, miltaandoeningen en om vocht af te drijven. Uitwendig werd het gebruikt tegen spinnen- en insectenbeten en kon het de spieren juist verzachten.

Rembert Dodoens, de bekende Vlaamse arts en plantkundige uit de 16de eeuw, raadde het aan voor uitwendig gebruik. Je moest het op de zere plek aanbrengen en volgens Dodoens werkte het tegen hoofdpijn, wonden, zweren, brandwonden en zonnebrand. Verder zei Dodoens dat het tegen een ontsteking in de gehoorgang werkte door het sap in de neus aan te brengen. In de traditionele geneeskunde werd klimop tegen krentenbaard gebruikt. Krentenbaard is een huiduitslag die alleen bij jonge kinderen en baby’s voorkomt. Het kind kreeg dan een mutsje met klimop.

Eigenschappen

Hedera helix mag niet inwendig worden gebruikt. Bij uitwendig gebruik is de plant huidprikkelend en verhoogt de doorbloeding van de huid na die eerst verminderd te hebben. Klimop is pijn- en jeukstillend, schimmelwerend, antibacterieel, antiseptisch en antiparasitair.

 Verwerking

Het oogsten van de bladeren kan in elk jaargetijde. Vlak voor de bloeitijd bevat de plant echter het hoogste gehalte aan inhoudsstoffen.

Toepassing

Bij uitwendig gebruik werkt klimop o.a. tegen jeuk en pijn ten gevolge van insectensteken, bij artritis en artrose, spierpijnen, moeilijk genezende zweren en andere huidproblemen.

Om zelf te doen

Klimopbladeren tegen eksteroog: bind een klimopblad dat drie uur in citroensap heeft gelegen, op het eksteroog. Herhaal dit dagelijks tot het eksteroog loslaat uit de huid.

Klimopbladeren bij zenuwpijn, reuma, ischias, gezwollen benen en cellulitis: breng verse bladeren, direct of als kompres, aan op de pijnlijke plekken.

Eerste hulp bij insectensteken: Kneus een klimopblad en bet hiermee de pijnlijke plek.

 

Pas op voor de giftige bessen

De zwartblauwe, besachtige steenvruchten van de klimop worden in de winter door de vogels gegeten. Voor mensen zijn de bessen echter giftig; ze kunnen hevig braken en diarree veroorzaken. Als kinderen de bessen hebben gegeten, is snelle hulp geboden. Het is van belang zo veel mogelijk vergif uit het organisme te verwijderen. Als eerste hulp is het goed veel water te laten drinken en, indien beschikbaar, actieve kool te laten innemen. Raadpleeg altijd een arts!

 

Dionysos en Bacchus en de klimop

In de oudheid geloofde men dat klimop een vijand was van de wijnstok en dus in staat om dronkenschap te voorkomen. Daarom werden Dionysos en Bacchus, de goden van de wijn van respectievelijk de Grieken en de Romeinen, altijd afgebeeld met een klimopkrans. Auteurs uit de oudheid beweerden dat een aftreksel van gekneusde klimopbladeren, zacht gekookt in wijn, de gevolgen van alcohol teniet zou doen.

 

 

Overgenomen uit i-Sana 2015.