Symphytum officinale L.

Smeerwortel:

de natuurlijke chirurg

Een van de populairste planten zowel in de volks- als in de natuurgeneeskunde is Symphytum officinale of smeerwortel. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat smeerwortel inderdaad stoffen bevat die nuttig zijn bij wondheling en breuken en dat het verstandig is die daarvoor ook te gebruiken. Vroegere culturen die goed de natuur observeerden en de toepassing van kruiden en planten onderzochten, hadden het dus helemaal niet verkeerd: smeerwortel kan je helpen als er een probleem is met moeilijk te genezen wonden, met breuken en huidproblemen.

Geschiedenis van de plant

In de Latijnse geslachtsnaam ‘Symphytum’ zit het Griekse woord ‘symphuein’ verborgen, dat ‘samengroeien’ betekent. De naam geeft meteen al het terrein aan waarop de plant eeuwenlang is toegepast: als wondmiddel en bij botbreuken, kneuzingen en dergelijke. Reeds in de oudheid was de plant als zodanig bekend. Plinius en Dioscorides gebruikten de gesneden plant in kompressen bij botbreuken en kneuzingen. Galenus beval de plant eveneens aan bij bronchiale aandoeningen en diarree.

De naam officinale geeft aan dat de plant ook voorkwam in de middeleeuwse kloostertuinen. Hildegard von Bingen beschreef het toepassingsgebied van de smeerwortel onder de naam ‘Consolida’ (van ‘consolidare’ = vastmaken). In de middeleeuwse kruidenboeken komt men de klassieke toepassingen weer tegen, maar Dodonaeus adviseerde de smeerwortel ook nog bij huiduitslag.

Eigenschappen

Symphytum bevordert de wondheling, vooral door de werking van het bestanddeel allantoïne. Britse artsen ontdekten dat deze stof hiervoor hoofdverantwoordelijk is. Allantoïne zorgt ervoor dat de transportmogelijkheden van zowel voedingsstoffen als afvalstoffen behouden blijft, en zet het weefsel rond de wond aan tot granulatie (vorming van nieuw weefsel). Daardoor draagt allantoïne ertoe bij dat het weefsel hersteld wordt. Volgens sommige onderzoekers spelen ook andere inhoudsstoffen hierbij een rol (de zogenaamde polysacchariden).

Symphytum vindt bovendien toepassing bij alle klachten aan botten, spieren en gewrichten, onder meer omdat ze verzachtend en helend werkt. De plant bevordert bij botbreuken de vorming van nieuw weefsel dat de beide botuiteinden verenigt en later door kalkafzetting nieuw been wordt.

Belangrijkste bestanddelen

Slijmstoffen, looistoffen, choline en allantoïne.

Verwerking

Nadat de plant is afgestorven, worden de wortels geoogst en vers verwerkt.

Toepassing

Symphytum wordt vooral uitwendig gebruikt en vermindert zwellingen als gevolg van stoten (bloeduitstorting), kneuzing, verrekking of verstuiking. Ook vindt de plant nog steeds toepassing in omslagen rond botbreuken. Ze werkt pijnverminderend, ontstekingsremmend en bevordert de doorbloeding en het herstel van weefsel. Inwendig wordt ze in homeopathische verdunning toegepast ter ondersteuning van het genezingsproces.

 

Overgenomen uit i-Sana 2012.