Harpagophytum procumbens DC.

Duivelsklauw:
balsem voor lever en gewrichten

Planten en kruiden hebben door de geschiedenis van de mensheid heen altijd een prominente plaats en functie gehad. Zowel culinair als medicinaal hebben ze nog steeds grote betekenis en ongetwijfeld groeit de belangstelling ervoor ook omdat de wetenschappelijke kennis toeneemt en op die manier meer inzicht in hun werkterrein wordt verkregen. Zo kan voeding medicijn worden en medicijn tot voeding dienen, zoals Paracelsus ooit aangaf.

Daarom zullen we hier in de volgende nummers telkens een bekende of minder bekende, maar altijd een interessante plant bespreken. De verzameling ervan sluit mooi aan bij de cursus die de auteur Kees Martens hierover geeft.

In dit nummer willen we het over een erg interessante plant hebben: Duivelsklauw of in het Latijn genoemd Harpagophytum procumbens DC. Vooral in dit seizoen komt ze heel goed van pas.

Geschiedenis van de plant

Harpagophytum procumbens DC is in het Nederlandse taalgebied vooral bekend onder de naam duivelsklauw. In Duitsland wordt de naam Trampelklette veel gebruikt en in Engeland kent men de plant als Woodspider. Harpagophytum komt vooral voor in de woestijngebieden van Namibië, Botswana en het noorden van Zuid-Afrika en groeit bij voorkeur op plaatsen waar de natuurlijke begroeiing is verstoord, bijvoorbeeld nabij waterputten, langs wegen of in de nabijheid van huizen.

Het meest opvallend aan de plant zijn de 7 tot 20 centimeter lange houtachtige vruchten. Deze vruchten zijn enigszins plat van vorm en vertonen langs vier zijden aan elke kant drie tot vier bandvormige uitgroeisels, die bezet zijn met enige scherpe klauw- en ankervormige weerhaken. Hierdoor lijken de vruchten op grote stekelige spinnen. Waarschijnlijk heeft de plant haar naam te danken aan deze weerhaken (het Griekse woord ‘harpagos’ betekent ‘enterhaak’). Niet alleen komen de stekelige vruchten in de wol van schapen terecht, waaraan de naam Woodspider of wolspin is ontleend, maar ook komen ze vaak tussen de hoeven van schapen en geiten. De dieren springen dan als ‘duivels’ in het rond om te proberen zich van de pijnlijke stekels te ontdoen. De weerhaken, die moeilijk te verwijderen zijn, leiden veelal tot ernstige verwondingen en infecties.

De dikke penwortel, die één tot anderhalve meter de grond ingaat, vertakt zich aan het uiteinde in twee zijwortels met knolachtige uitwassen. Voornamelijk in deze knollen, die qua vorm iets op onze aardappels lijken, is de geneeskrachtige werking gelegen. De penwortel en zijwortels bevatten veel minder werkzame bestanddelen.

Eigenschappen

Duivelsklauw heeft een duidelijk pijnstillend en ontstekingsremmend effect. Het resultaat is vergelijkbaar met het effect van de in de reguliere geneeskunde toegepaste middelen fenylbutazon en cortison. Het gebruik van de plant leidt echter niet tot bijwerkingen. Duivelsklauw is niet giftig en veilig te gebruiken.

Harpagophytum vindt toepassing bij lendenpijn, ischias, verstuiking, ontwrichting, spierpijn, peesontsteking en fibrositis (bindweefselontsteking).

Duivelsklauw heeft een cholesterolverlagende werking en vermindert de hoeveelheid urinezuur in het bloed. Het laatste is vooral belangrijk bij de behandeling van jicht.

Alfred Vogel roemde duivelsklauw vooral vanwege de positieve uitwerking op de lever. Zijn visie was dat een gunstige uitwerking op stofwisselingsziekten (jicht, reuma, artritis) en veel andere ziekten wordt verkregen door alles wat de lever positief beïnvloedt en haar functies bevordert.

Belangrijkste bestanddelen

De secundaire wortelknollen bevatten tussen de 0,1 en 2,0% iridoïden; de belangrijkste zijn harpagoside (een bitterstof), harpagide en procumbide.

Verwerking

De gedroogde secundaire wortelknollen zijn zeer moeilijk fijn te snijden. Ze worden daarom vers, direct na het uitgraven, kleingesneden en daarna pas gedroogd. In vroegere toepassingen werd hiervan een aftreksel gemaakt waarbij 4,5 gram fijngesneden wortel met 300 milliliter kokend water werd overgoten. Dit moest ongeveer 8 uur trekken. Het dan ontstane aftreksel had een zeer onaangename bittere smaak. Mede om die reden is er gezocht naar een andere vorm, waarbij de hoeveelheid werkzame bestanddelen overeenkomt met die welke in de literatuur wordt aanbevolen.

Toepassing

De geconcentreerde Harpagophytum procumbens wordt toegepast bij de behandeling van alle chronische degeneratieve reumatische aandoeningen. De plant heeft een pijnstillende en ontstekingsremmende werking. Bij artrose (‘slijtage’) is het nuttig om Harpagophytum te gebruiken indien er sprake is van toenemende pijnklachten.

Harpagophytum wordt over de hele wereld gebruikt in producten bij een groot scala aan spier- en gewrichtsaandoeningen. Glucobell van het merk Fytobell is hier een voorbeeld van.

Opmerking

De naam duivelsklauw kan enige verwarring geven. Er zijn namelijk nog enkele planten die zo worden aangeduid, zoals de witte en zwarte rapunzel (respectievelijk Phyteuma spicatum L. en Phyteuma nigrum). Het betreft hier twee planten van een geheel andere familie.